Zelfportretten
Bij de textiellessen zijn de leerlingen bezig met het maken van een zelfportret. De eerste les hebben de leerlingen kennis gemaakt met verschillende soorten portretten van kunstenaars. In de 17de eeuw lieten de rijke mensen zich portretteren in hun dure kleding om hun rijkdom te etaleren. Nu in de 21ste eeuw maakt iedereen selfies die over de hele wereld verstuurd kunnen worden.
De opdracht start met het maken van een selfie. De foto’s worden uitgeprint en de leerlingen plaatsen dit op het schilderdoek. Het is aan de leerlingen hoe ze zichzelf willen afbeelden, realistisch of niet. Er zijn zelfs leerlingen die zichzelf als smurf hebben afgebeeld. Belangrijk is dat er hoofdzakelijk met textiel wordt gewerkt. Denk hierbij aan lapjes stof, linten, band, wol, draad maar ook kralen, knoopjes, gespen, ritsen en pailletten worden gebruikt.
De leerlingen krijgen de vrijheid en grijpen deze met beide handen aan. Het is verrassend hoe je de leerling herkent in zijn eigenheid in stofkeuze, kleurkeuze, toevoegingen en manier van werken.
Terug naar overzicht